Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Want zo zegt de HEERE der heirscharen, de God Israels: [83]De dochter van Babel is als een dorsvloer, het is tijd, dat men ze [84]trede; nog een [85]weinig, dan zal haar de tijd des [86]oogstes overkomen. 83. Dat is, Babel, die een schone wellustige jonkvrouw gelijk is, zal nu behandeld worden als een dorsvloer en het koren daarop. 84. Of, doe treden; dat is, effen, hard en gelijk make om het koren daarop te dorsen, of dat men ze dorse. Want de dorsende ossen of runderen treden het koren. 85. Te weten, tijd; het zal haast, niet lang uitblijven. 86. En vervolgens, de dorstijd; versta, den tijd van haar ongeval, door de Meden en Perzen, die haar als vertreden en uitdorsen zouden, gelijk zij Gods volk en anderen tevoren gedaan hebben. Zie Jes.21:10.